Uncategorized

Onder het mesje

wondje

drie draadjes maken van een gapend gat een sneetje

Of ik daar dan ook een blogpost over ging schrijven, vroeg de huisarts. Ze had net een week eerder vernomen dat ik hier wel eens wat stukjes opteken, en had er intussen zelfs een paar gelezen. Nu lag ik op mijn buik bij haar op de snijtafel, om een vlek op mijn rug te laten weghalen. Niet dat we serieus vermoedden dat hij kwaad kon, maar hij zat op een vervelend plekje en hij was gaan jeuken. Het was niet de eerste vlek die ze bij mij had weggesneden; in een vorige sessie, al een paar jaar geleden, had ze er al twéé verwijderd.

Ik herinnerde me nog goed hoe enthousiast ze toen reageerde: ‘Ohh, mag ik het doen?’ Huisartsen krijgen niet zo vaak de kans zelf te snijden, begreep ik, en ik gunde haar de lol. Deze keer echter gunde zij op haar beurt de lol aan de jonge dokter die momenteel bij hen in de praktijk het vak leert. Daarvoor vroeg ze mij twee keer om toestemming; kennelijk zijn er mensen die hun rug alleen aan doorgewinterde vaklui toevertrouwen – waarbij ze zich dan niet afvragen hoe die vaklui aan hun routine zijn gekomen. Lol hadden we trouwens alle drie, net zoals doc en ik dat de vorige keer getweeën ook hadden. Het vergt natuurlijk de nodige concentratie om zo’n vlek netjes weg te werken, maar je moet er wel wat bij te kletsen hebben, en dat gaat deze dames goed af.

De vorige keer werd het zelfs een beetje té lollig: ik moest zo hard lachen dat één van de twee wondjes niet mooi gehecht werd, waardoor ik nu nog een rafelig litteken op mijn rug heb. Het andere ziet er wel heel prachtig uit, zeggen ze (ik heb geen ogen in mijn rug, al dacht mijn dochter lang van wel). Maar ik ben toch niet zo’n blootloper, dus ik nam het risico maar weer.

De dames wisselden intussen ervaringen uit van tijdens hun chirurgie-coschappen. Wat ik ervan opsteek is dat empathie bij opleiders in dat vakgebied geen vereiste is, ook niet onderling. Het bevestigt helaas heersende vooroordelen over beoefenaars van de heelkunde: ze zijn misschien heel handvaardig, maar zouden net zo lief in een koe of een schaap snijden. Hoe anders deze huisartsen (in opleiding): ze leggen per handeling uit waar ze mee bezig zijn, informeren regelmatig of de verdoving nog goed zit, en tonen ook verder oog en oor voor de patiënt en elkaar.

Het vlekje gaat voor de zekerheid in een potje naar het pathologisch-anatomisch lab, en mijn vel wordt met drie stukjes nylondraad weer dichtgenaaid. Als ik twee dagen later de pleister eraf haal, zie ik ze keurig in het gelid staan op de foto die manlief maakt. Als ik ogen in mijn rug had, en mijn handen in alle standen kon buigen, kon ik de hechtingen er over een week zelf uithalen. Maar helaas, dat wordt hem niet; nou ja, kan ik nog een keer gezellig op bezoek in de praktijk…

3 thoughts on “Onder het mesje

Geef een reactie op angusmcfox Reactie annuleren