ik denk wel eens...

Goeie thuisreis, ome Siebe

Pake Klaas en Beppe Hinke met hun toenmalige kroost, vlnr Wietske,Thewis, Hotske, Tjitske, Sjoerd, Siebe, Geertje, Hans en Gooitsen

Terwijl ik dit schrijf wordt mijn oom Siebe begraven naast zijn geliefde vrouw Janke, nadat hij op Eerste Kerstdag overleed op 93-jarige leeftijd. Hij was in het gezin van Klaas en Hinke niet alleen de oudste, maar is vermoedelijk ook een van degenen die het oudste worden. Van de negen kinderen zijn er nog vijf in leven; twee zussen en een broer (mijn vader) zijn lang zo oud niet geworden. Hun moeder is als jongste gegaan; zij heeft de 50 nog niet eens gehaald. Toen zij begin 1948 overleed, zat haar oudste zoon in Indonesië; hij moest per brief vernemen dat hij geen moeder meer had.

Uit die tijd zijn de brieven bewaard gebleven die mijn vader aan zijn oudste broer in den vreemde schreef; na mijn vaders dood heeft oom Siebe die aan mij gegeven. Mijn vader was toen 18-19 jaar oud, en het is heel vreemd om in die brieven mijn vader terug te zien toen hij nog lang mijn vader niet was (toen ik geboren werd was hij 30). Ik zou willen dat ook de antwoorden van zijn broer er nog zijn, om te kunnen zien wat voor beeld hij van die tijd heeft gehad. Feit is dat de Indië-tijd op beide broers veel indruk heeft gemaakt, en dat er in de jaren ’50, toen ze terugkwamen, amper belangstelling was voor hun verhalen en frustraties, want de rol die Nederland in Indonesië heeft gespeeld is niet altijd even fraai geweest, en daar worden we liever niet aan herinnerd. Hulp bij PTSS en traumaverwerking waren toen nog niet ‘uitgevonden’.

Oom Siebe en tante Janke, waarschijnlijk op 25 juli 1956 (de trouwdag van mijn ouders)

Toen ik mijn oom leerde kennen, was hij al getrouwd en vader van twee dochters. Later kwamen daar nog een jongen en een meisje bij, die beide dus jonger zijn dan ik. Oom Siebe was bij de politie; dat vond ik heel stoer klinken, hoewel ik geen idee had wat hij daar precies deed. Ze woonden indertijd in Harderwijk, waar ik meermaals heb gelogeerd. Wanneer mijn moeder weer eens opgenomen was, was er niet altijd meteen gezinszorg beschikbaar, en werden wij als kinderen over de familie en vrienden verdeeld. Wij hadden geen auto, dus ik moest met de trein die kant op, of iemand moest me brengen en halen. Het is in elk geval één keer gebeurd dat ik, nog geen 10 jaar oud, met de trein naar Steenwijk reisde, waar mijn oom me dan met de Ford Cortina kwam halen. Ik vond logeren leuk, zeker bij hen thuis, dus ik bewaar daar goede herinneringen aan. Tante Janke kon lekkerder koken dan mijn eigen moeder, en met mijn nichten en neefje kon ik het goed vinden. Ik zal bijna jaloers geweest zijn toen mijn zusjes een deel van een zomervakantie de eer te beurt viel om in Harderwijk te mogen logeren.

Eigenlijk was het maar jammer dat ze zo ver weg woonden, en later zelfs nog verder weg, in Driebergen, gingen wonen, want wanneer kwam je daar nou? Het toeval wilde dat ik na mijn middelbare schoolperiode zelf ook in Driebergen terecht kwam, maar op die leeftijd lag het niet meer zo voor de hand om regelmatig even bij oom en tante binnen te lopen, nog afgezien van het feit dat ik toen al een minderwaardigheidsgevoel had opgebouwd, waardoor ik ervan overtuigd was dat ze niet zo zaten te wachten op een bezoekje van een nichtje. Het kan raar lopen: als ik er nu aan denk dat iemand van de volgende generatie in mijn familie hier spontaan op de stoep zou staan, zou ik dat geweldig vinden; ik zou ze overladen met koffie, thee en koek, en verschrikkelijk nieuwsgierig zijn naar hun verhalen.

Oom Siebe en tante Janke bleven ook na zijn pensionering in Driebergen wonen. Hun kinderen waren daar ook in de buurt neergestreken, dus het lag niet voor de hand om terug te keren naar Friesland, alleen omdat ze daar vandaan kwamen. Als je zeg 40 jaar bent weggeweest, wat vind je dan terug in je geboortestreek? Ze hadden allang een eigen vriendenkring opgebouwd in het midden van het land. Gevolg was wel dat ik deze oom en tante weinig meer gezien heb nadat ik op mezelf ben gaan wonen; op de verjaardagen van mijn ouders kwamen ze meestal niet tegelijk met de hele meute, dus het bleef bij de paar feesten die mijn ouders hebben gegeven ter gelegenheid van huwelijksjubilea en de tachtigste verjaardag van mijn vader.

Maar toen kwam tante Janke al niet meer mee. Veel te jong kreeg ze te maken met de ziekte van Alzheimer, die haar tergend langzaam maar heel zeker heeft gesloopt. Ze overleed uiteindelijk kort na mijn eigen moeder, in de lente van 2012. Oom Siebe had haar tot het laatste toe, toen ze al niemand meer herkende, dagelijks bezocht in het tehuis waar hij haar zeer tegen zijn zin had moeten laten opnemen. Hij herkende haar immers nog wel. In de acht jaar die hij daarna nog alleen heeft doorgebracht, kwam ik hem tegen op een paar begrafenissen en stond ik er telkens versteld van hoe kwiek en levenslustig hij nog op me overkwam. En heel verzorgd: hij had zichzelf een keurig snorretje aangemeten.

met dezelfde stropdas als in de familiefoto, dus in elk geval vóór vertrek naar Indonesië

Van zijn dochter, mijn nicht en leeftijdgenote, hoorde ik dat hij de laatste jaren mijn vader zo had gemist; met hem had hij altijd goed kunnen praten. Ook over hun Indië-tijd; met wie kun je daar in deze tijd nog over praten zonder erbij stil te hoeven staan dat dit een stukje vaderlandse geschiedenis is waar menigeen zo zijn mening over heeft? Wat zij daar hebben meegemaakt, zullen wij als kinderen misschien nooit helemaal weten – mijn vader was er althans naar ons toe niet heel open over. Maar stel je even voor dat je, nog geen twintig jaar oud, met een grote groep leeftijdsgenoten naar een tropisch land wordt gevaren, waar jij de eer van je vaderland moet verdedigen. Eer? Welke eer, wat betekent zo’n woord voor een twintigjarige? En dan zit je daar, en krijg je op een dag een brief, dat je moeder overleden is. En als je terugkomt, doet iedereen alsof er niks gebeurd is – niet meer over praten.

Als je dan op 93-jarige leeftijd het moede hoofd te rusten mag leggen, kan ik me voorstellen dat je ernaar uitkijkt om je geliefden die al vóór jou gingen, terug te zien. Het zijn momenten waarop ik hoop op een hiernamaals. Doe ze de groeten van me, ome Siebe!

5 thoughts on “Goeie thuisreis, ome Siebe

  1. Lieve Agnes, gecondoleerd met dit verlies. Ik vind het een ontroerend verhaal en mooi dat gedurende een leven meer kanten van mensen kunnen worden belicht dan die ene die we in eerste instantie zien. Mensen hebben in alle tijden dingen meegemaakt die hun wezen hebben gekleurd, en die beschrijving krijg je er nooit bij. Liefs

  2. Wat heb je deze herinnering prachtig verwoord, een mooi verhaal Agnes. Zelf heb ik niet dit soort familie ‘belevenissen’ maar prachtig om het zo te lezen . 🙂

Geef een reactie op Margreet Houtman Reactie annuleren